Conditietraining
Conditie heeft te maken met de lichamelijke gesteldheid. Wanneer heeft men nu een goede of slechte conditie? Het is vaan belang dat je jezelf een goede conditie ‘aan meet’. Een goede conditie komt namelijk niet alleen van pas bij het sporten, maar ook in het dagelijks leven bij alles wat we doen. De voordelen van een goede conditie zijn namelijk; een sterk hart, een groot uithoudingsvermogen en krachtige spieren. Een goede conditie draagt echter ook bij aan een goed humeur, en zorgt ervoor dat je helderder gaat denken. Hieronder worden een aantal termen uitgelegd die van belang zijn wanneer het gaat om conditie training.
Aëroob en anaëroob
Er bestaan twee soorten condities: aëroob (verbranding met zuurstof) en anaëroob (verbranding zonder zuurstof) uithoudingsvermogen. Welke van de twee energiesystemen wordt gebruikt door je lichaam hangt af van de duur en intensiteit van de inspanning.
1. Anaëroob
Wanneer we het hebben over het anaëroob uithoudingsvermogen dan wordt er gebruik gemaakt van anaërobe verbranding. Hierbij worden koolhydraten, vetten, adenosine trifosfaat (ATP) en glucose verbrand zonder dat daar zuurstof bij gebruikt wordt. Deze vorm van verbranding wordt ingeschakeld wanneer de aërobe energie-voorziening tekort schiet en zorgt voor de extra energie die nodig is. Wanneer het anaërobe uithoudings-vermogen getraind wordt, kan dit d.m.v. lactische (met melkzuurvorming) en a-lactische (zonder melkzuurvorming) trainingsmethoden.
Anaëroob a-lactisch
Een korte krachtexplosie, die rond de 6 seconden duurt, doen een beroep op de energie die direct toegankelijk is. Deze ‘onmiddellijke’ energie komt vrij bij de afbraak van in de spieren opgestapelde energierijke fosfaten. De fosfaten die gebruikt worden zijn: fosfocreatine (CP) en edenosinetrifosfaat (ETP) Deze soort van energie levering wordt anaëroob en a-lactisch genoemd. De intensiteit ervan is hoog, maar de duur is beperkt.
Anaëroob lactisch
Bij een maximale krachtsinspanning tot ongeveer een minuut blijft de energie voorzien worden door de anaërobe verbranding. Bij deze langere inspanning wordt er door het lichaam melkzuur gevormd, wat zorgt voor de verzuring van de spieren. Deze energievorm wordt dan ook anaëroob lactisch genoemd.
2. Aëroob
Wanneer het lichaam een maximale krachtsinspanning lang er dan 1 minuut moet volhouden dan daalt de intensiteit van de energie voorziening en zal dit met meer met tussenkomst van zuurstof gebeuren. Deze vorm van energielevering heet dan ook aërobe energielevering.
Bij het aërobe uithoudingsvermogen maakt het lichaam gebruik van de aërobe verbanding. Hierbij worden de koolhydraten en vetten verbrand i.c.m. zuurstof. Wanneer het aërobe uithoudingsvermogen getraind wordt, maakt men gebruik van a-lactische trainingsmethoden. Dit houdt in dat het lichaam geen of erg weinig melkzuur produceert tijdens de inspanning. Het aëroob uithoudingsvermogen train je door middel van duurtraining. Door deze training verbeter je de zuurstofopname en het hartritme-volume. Ook zorgt de training ervoor dat er nieuwe haarvaatjes, die weer zorgen voor een betere doorbloeding. Wanneer je regelmatig traint, gaan je spieren steeds zuiniger met energie om, en benut je je energie dus beter.
Pingback:Cardiotraining - Lichaamsoefeningen.nl